14 feb Naar een tuin met wilde bloemen
“Het plantje koos zelf die plek in de tuin, dus hoezo hoort het daar niet?”
Het is zo’n 9 jaar geleden dat wij aan de Ploegseweg kwamen te wonen. Met een prachtige achtertuin op het zuidwesten die vanuit het huis met veel glas bijna helemaal te overzien is. Nadat het huis binnen op orde gebracht was, kwam de tuin aan de beurt. Omdat het een aardige lap grond is en we een bepaalde basis wilden, hebben we een hovenier laten meedenken over de basis structuur. Ach je kent het wel: verschillende borders en dan een gazon en ook een stapstenen pad naar in ons geval de schuur. De hovenier realiseerde het plan en aanvankelijk waren we helemaal in onze sas.
Tot wij zo’n twee jaar later voor de zoveelste keer achter de maaimachine liepen en de paardenbloemen en ander onkruid uit het o zo strakke gazon staken en dachten: “Is dit nu wat we willen en gaan we dit nu de komende jaren aldoor doen? Een paar keer per week het gazon strak trekken en alles wat daar uit zichzelf wortel schiet eruit trekken?”
Enfin, hele gesprekken aan de tafel over wat dan wel en vooral hoe dan? We zochten op internet en bladerden in boeken. En we wisten het wel…..een volle wilde bonte bloementuin. Goed voor alles en iedereen.
En dan komt het…hoe en waar begin je? In ons geval niet beginnen en het gewoon laten. Oei, dan merk je hoe lastig het is iets te laten. Vooral in het begin. De eerste planten die in het strakke gazon verschenen waren lastig toe te laten. We zeiden aanvankelijk ” Dat hoort daar niet”. Maar als je je dan realiseert dat het daar zelf is gaan groeien, verandert er toch wat in je perspectief.
Dus laten staan, je eraan storen en toch op je handen blijven zitten, dat is het recept. Dit alles was het begin van een biodiverse, rommelige, weelderige wilde tuin. Vanwege Corona konden we beiden een half jaar niet in de tuin werken. En dan gaat het vlot. We strooiden biologische wilde kruidenmengsels en lieten de planten zelf zaad schieten.
We zitten nu in het stadium dat we alleen nog een paar graspaden maaien en voor de rest weghalen wat echt te veel is. En eigenlijk werken we nu zeker net zoveel in de tuin als eerder. Alleen nu tussen heel veel verschillende planten en op een relaxte manier. Onder het motto: het plantje gaat er uit zichzelf staan dus we halen het alleen maar weg als we daar echt zelf zin in hebben en niet om het zogenaamde ” plaatje”. Door de tuin zo meer natuurlijk te laten ontwikkelen zien we ook veel meer dieren in de tuin.
Op een rijtje: wilde bijen, honingbijen, hommels (nesten!), wespen, vliegen, muggen, vlinders en dan ook grotere dieren zoals: vos, konijn, muizen, ratten, egel, vleermuizen en heel veel vogels, waaronder putters, lijster, specht, fazant, ransuil.
Een tuin rijk aan planten- en dierensoorten en een genot voor de zintuigen.
Manon van Wijk