Het geheim van een stralende tuin: de bodem

Bron: De Gelderlander, zaterdag 12 februari 2022

Een bodem in balans is hét geheim van een gezonde tuin. Daarin groeien planten gemakkelijker, blijven ze weerbaar tegen insecten en kunnen ze beter tegen droogte. Tuinspecialist Laurence Machiels laat zien hoe je dat aanpakt.

De bodem van je tuin is zoveel meer dan alleen maar grond. Wat jij als jouw tuin ziet, is enkel de bovenwereld van een complex ondergronds netwerk vol schimmels, bacteriën en microben. Je ziet er nauwelijks iets van, maar zij zijn het die je planten weerbaarder maken.

Schimmels zoals mycorrhiza transporteren water en mineralen, en maken dat gemakkelijker beschikbaar voor de plantenwortels. Ook verbeteren ze de bodemstructuur: ze breken plantaardig materiaal af en brengen zo extra humus in de bodem. Zo zorgen ze ervoor dat de grond het water beter vasthoudt.

In een bodem in evenwicht vinden plantenwortels gemakkelijker water en voedsel. Ze kunnen dieper en breder groeien, waardoor ze een stevigere basis hebben in moeilijke tijden, zoals bij een hittegolf of een langdurige droogte.

Onderzoek wijst uit dat contact
van je handen met de grond
het gelukshormoon serotonine
in je hersenen kan activeren

 

Niet alleen planten worden door bodemschimmels en bacteriën weerbaarder. Sommige hebben zelfs op ons een positief effect. Onderzoek heeft uitgewezen dat contact van je handen met de grond, en specifiek met de bodembacterie mycobacterium vaccae, het gelukshormoon serotonine in je hersenen kan activeren. Werk dus regelmatig met je blote handen in de tuin.

Kleine tuinarchitecten

Daarnaast leven er nog eens ontelbaar veel kleine diertjes en insecten onder de grond. Alleen al in de bovenste 20 centimeter van een goede humusrijke tuinbodem leven op een vierkante meter zo’n 30 à 100 regenwormen, 50 slakken, 100 pissebedden, 200 miljoenpoten, 50 duizendpoten en 100 kevers. En die zijn allemaal continu aan het werk om plantenmateriaal en groenresten af te breken en gangen te graven. Meer dan de helft van de bodem bestaat uit holtes met lucht en water.w

Regenwormen spelen daarbij de hoofdrol: hun verticale gangen zijn van essentieel belang voor de bodem. Ze halen mineralen uit de grond naar boven, en trekken organisch materiaal, zoals dode bladeren en grasmaaisel, de grond in. Het resultaat zie je aan de sliertige hoopjes in je gazon en in je tuin: dat zijn hun uitwerpselen, rijk aan mineralen en voedingsstoffen.

Via de ondergrondse gangetjes van regenwormen circuleren water en lucht zoveel beter en kunnen de plantenwortels gemakkelijker de grond in groeien en profiteren van de voedselrijke resten die deze kleine tuinarchitecten uitscheiden. Conclusie van dat alles: stop met spitten. Zo maak je die prachtige structuur stuk, en graaf je de meest dynamische en vruchtbare laag, de bovenste 15 centimeter, elke keer weer onder.

 

Regenwormen spelen de hoofdrol:
hun verticale gangen zijn
van essentieel belang
voor de bodem van je tuin

 

Waar regenwormen, bodemschimmels en bacteriën ook niet tegen kunnen, zijn kunstmest en pesticiden. Nog vrij veel gazonmeststoffen en plantenvoeding bevatten minerale meststoffen. En ook al zijn pesticiden in de tuin verboden, ook sommige (biologische) middeltjes, zoals kopersulfaat, hebben een negatieve invloed op de bodemleven.

Leg een dekentje

Een bodem die bedekt is, heeft het minder zwaar dan een kaal stuk grond. In de winter beschermt een ‘dekentje’ van plantaardig materiaal of mulch de bodem tegen hevige regen, felle zon, uitdrogende wind en harde vorst. Een dikke laag mulch belet dat de aarde een harde korst wordt en dat voedingsstoffen uitspoelen. Onder de mulch blijft de bodem mooi vochtig, wat het aantrekkelijker maakt voor het bodemleven, en het geeft onkruid minder kansen. Zonder licht kan onkruid niet kiemen. Je kunt mulchen met compost, hooi, stro, schors, houtsnippers, bladeren of bladaarde, cacaodoppen, hennep, vlas of karton.

In de moestuin is een dikke laag hooi, tot wel 20 centimeter, zowat het beste mulchmateriaal dat je je kunt indenken. Regenwormen zijn dol op hooi en worden extra actief onder zo’n laag. Dat levert een kruimelige grond op, zonder dat jij er wat voor hoeft te doen. In de lente haal je het resterende hooi weg op de plekken waar je wilt zaaien. Je kunt ook planten plaatsen in holletjes in het hooi.

Compost in de lente

Het principe van een tuin is simpel: wat je er uithaalt (groenten, bloemen, grasmaaisel), moet je er op de een of andere manier ook weer instoppen. In de natuur gebeurt dat via dood plantenmateriaal, in de tuin doe je dat met (wormen)compost, verteerde stalmest of organische meststoffen. Een goed gevoede bodem maakt dat je planten meer weerstand hebben.

Een laag van 2 à 3 centimeter (wormen)compost in het vroege voorjaar is bijzonder heilzaam voor de bodem, en de beste manier om je tuin te wapenen tegen uitputting. Investeer in een compostbak of compostsilo’s, je tuin- en keukenresten zijn dus goud waard.

Kom je compost tekort, koop dan bij. Vooral op uitgesproken bodems zoals zand en klei, heeft de bodem extra hulp nodig om planten gemakkelijker te laten groeien.

Zand of klei

Zandgrond of zanderige leem warmt in de lente sneller op, waardoor je sneller kunt beginnen in de (moes-)tuin. Deze typen bodem drogen wel sneller uit in de zomer en houden moeilijker voedingsstoffen en mineralen vast. Leg daarom ’s winters stalmest over kale aarde en werk dat in de lente in om het humusgehalte te verhogen. In de herfst zaai je groenbemester in zoals phacelia, of gebruik je een dik pak bladeren. Meng in de lente kleimineralen bentoniet onder de bodem.

Zware klei is van nature vruchtbaar, maar ook compact. Klei blijft na de winter lang nat, warmt in de lente moeilijk op en wordt in een droge zomer een harde korst. Leg ’s winters stalmest, herfstbladeren, bladaarde over de bedden, en werk dat er in de lente in. Dat maakt de grond luchtiger. Meng basaltmeel onder de grond of lavakorrels om de bodemstructuur luchtiger te maken.

 

Cecile Beernink
beerninkc@gmail.com